Selecteer een pagina

Door: Hélène

Op 17 november ’16 sta ik voor een groep van 45 deelnemers aan de Najaarsconferentie van het Netwerk Platteland. Eens per jaar komt een paar honderd man vanuit onder andere provincies, waterschappen en het ministerie van EZ bij elkaar. Met elkaar nemen ze onder de loep hoe het gaat met de uitvoering van het EU-subsidieprogramma dat de ontwikkeling van het Nederlandse platteland stimuleert. In mijn groep stelt iemand zich ook enthousiast voor als ‘gewoon boerin’. Naast haar boerenbedrijf heeft ze een adviesbureautje dat andere mensen die gebruik willen maken van de subsidieregeling helpt om de weg te vinden in alle regels en richtlijnen. Op uitnodiging van de organisatie heb ik heb een uur de tijd om ze in mijn workshop een inkijkje te geven in de invloed van hun eigen verhalen op de beeldvorming rond het programma. Want met name al die regels leveren wel wat minder positieve geluiden op.

Gooi het er maar uit!

kookwekker“Ik daag jullie uit om in 5 minuten tijd zo veel mogelijk negatieve verhalen die leven rond dit subsidieprogramma eruit te gooien”, lach ik terwijl ik mijn HEMA-kookwekker op scherp zet. “Al die verhalen over de bureaucratie achter het programma gaan we niet ontkennen, maar ik wil ze na die vijf minuten tot het eind van de workshop voor eventjes uit de weg hebben. Dan kan ik met jullie op zoek naar de positieve verhalen over de bedoeling achter het programma.” Er volgt instemmend geknik en daarna een salvo van negatieve beelden waar dit programma mee kampt. De verhalen laten zien wat in mijn beleving niet uniek is voor dit ene EU-programma: Ontmoedigende regels, ondoordringbare bureaucratie, heel veel kastje-muur-gedoe, hoge kosten van de ambtenarij enzovoorts. Allemaal waar, maar die verhalen zijn ook een ontmoedigend obstakel dat potentieel in de weg staat voor nieuwe aanvragers met geweldige ideeën of initiatieven. Ze zijn een levensgrote paarse krokodil.

Terug naar de bedoeling

framingMijn kookwekker rinkelt hard en ik wil de discussie stoppen. “Tot hier al dat negatiefs. Stel nu eens dat je een andere bril op zet? Een bril die niet inzoomt op de regeltjes, maar op de bedoeling achter dit programma. Welke verhalen komen dan naar boven? De ‘versterking van het Nederlandse platteland’ lijkt een brede en vage omschrijving, maar als je inzoomt op de verhalen uit de praktijk van de aanvragers, vind je heel veel menselijke verhalen boordevol met hart. Verhalen over het opstarten of voortzetten van familiebedrijven, over vechten voor natuur en landschap, over bij willen dragen aan een leefbare omgeving en een betere wereld en over tegen de stroom in nieuwe ideeën uit willen proberen. Nationaal én lokaal. Die verhalen verdienen het om waar mogelijk verteld en gehoord te worden. Ieder van jullie kent dat soort verhalen.”

Van paarse krokodil in roze olifant

Ik zal niet beweren dat er geen verhalen komen, maar de roze olifant die ik met mijn kookwekkerstunt zo prominent midden in de ruimte heb gezet blijkt al snel niet van plan om zich dociel in een hoekje terug te trekken. Er worden wel voorbeelden genoemd van mooie initiatieven, zoals De Putter in Oostdijk in Zeeland. Daar wordt een voormalig kleuterschooltje omgetoverd tot een nieuwe ontmoetingsplek voor jong en oud. Oostdijk (de naam raakt me uiteraard om persoonlijke redenen) kampt net als zo veel kleine dorpjes op het Nederlandse platteland met leegloop van inwoners én voorzieningen. Een lokaal initiatief maakt nu gebruik van de subsidieregeling om nieuw leven en energie in hun gemeenschap te blazen.

Verhalen met hart en ziel

Al snel wordt me duidelijk dat mijn deelnemers, die vanuit al die verschillende rollen in de workshop zitten, het in deze setting en in deze super korte tijd oprecht moeilijk vinden om voorbij die roze olifant te kijken en in te zoomen op het verhaal achter zo’n voorbeeld. “Wiens leven is erdoor geraakt? Kan je me vertellen over een concreet persoon die zijn idee werkelijkheid heeft weten te maken? Op welk moment dacht jij, op dit project mogen we met elkaar echt trots zijn?” Al die vragen blijven naast meer afstandelijke beschrijvingen van initiatieven telkens ook tegenverhalen op te roepen. Uiteindelijk lukt het me om mijn roze olifant zo ver opzij te laten stappen dat ik mijn punt kan maken: “De optelsom van al jullie verhalen bepaalt voor een belangrijk deel de beeldvorming en daarmee de succeskans van een programma dat misschien complex in elkaar zit, maar een bedoeling heeft waar jullie allemaal je hart aan hebben verbonden. Het vertellen van die verhalen is niet alleen de zaak van communicatieafdelingen of een reclamebureau. Vertel zelf ook die hartverhalen!”

Tips

De tips die ik aan deze groep mee geef:

  • Verhalen die concreet en tastbaar maken wat het programma kan opleveren helpen je om de systeemwereld van het subsidieprogramma te verbinden aan de leefwereld van de aanvragers. En belangrijker misschien nog wel: Ze helpen je om zelf te kunnen werken vanuit de drijfveren van het grote waarom achter het programma. Dat is een stuk leuker je bed uit komen iedere ochtend.
  • De bril (het frame) waardoor je kijkt, bepaalt wat je ziet. Verhalen helpen je om van perspectief te wisselen.
  • Deel concrete voorbeelden. Blijf weg van afstandelijke beschrijvingen, maar zoom in op plekken, mensen en momenten. Deel ervaringen in plaats van meningen en argumenten.
  • Maak het menselijk. Hoe complexer het onderwerp, hoe meer het loont om te vertellen vanuit het perspectief van één persoon. Zoals mijn storytellingdocent Henk Hofman ooit zei: “Een leger kan ten strijde trekken, uiteindelijk vertel je het verhaal vanuit één soldaat.”
  • Je hebt een keuze in de rol die je speelt. Stel je je op als een loket of als een gids?

Jij versus het systeem

why2Ik deel deze ervaring, omdat de workshop voor mij (naast die zelf opgeroepen roze olifant) zelf een inzicht opleverde. De worsteling waar al deze deelnemers naar mijn idee mee te maken hebben gaat over het zoeken naar de verhouding tussen persoon en systeem en het vinden van een rol die hen als individu past.  Onlangs las ik hier een paar artikelen over. In het artikel Start with WHO stelt Rick Justus van 36ixty bijvoorbeeld dat een uitbreiding van de Golden Circle van Simon Sinek nodig is. Hij legt uit dat de WHY van een organisatie ook moet samenvallen met de drijfveren en waarden van de individuen die samen die organisatie maken én met die van de mensen die de organisatie ‘dient’. Kortom, de WHO. Ik ben het met hem eens en ik weet uit ervaring dat verhalen die juist de individuele gezichten aan een van beide kanten zichtbaar maken, grip geven op die WHO. Voor de organisatie, maar tegelijkertijd voor individuele mensen.

Verandering van tijdperk

Raimo van der Klein gaat nog een stapje verder. Hij schreef een artikel met een vergelijkbare titel: ‘Mr. Sinek, its time to update the golden circle’. Daarin koppelt hij de groeiende urgentie voor mensen om hun WHO te kennen en zich te kunnen verhouden tot het systeem waar ze deel van uitmaken aan het razende tempo waarin de wereld verandert. In een wereld vol tastbare disruptie moeten mensen zichzelf opnieuw uitvinden om betekenis te kunnen geven aan wat ze drijft en doen. Een nieuwe WHO. Ook de verandering van tijdperk die Jan Rotmans beschrijft legt de noodzaak bloot om de mens weer centraal te zetten in de opbouw van systemen. Ik vermoed dat hij zo’n EU-subsidieprogramma überhaupt aan de kant van de oude systeemwaarden schaart, maar dat laat ik aan hem. Terwijl Nederland ‘kantelt’ hebben we immers gewoon dit soort programma’s nog om mooie en belangrijke initiatieven mee te steunen!

Verhalen verbinden mens en systeem

Tijdens deze workshop werd mij in ieder geval maar weer eens heel duidelijk hoe heftig de zoektocht van al die individuen binnen die grote systemen eigenlijk is. Verhalen kunnen helpen om de verbinding tussen mens en systeem nieuwe betekenis te geven. Als je die verhalen systematisch en gestructureerd verzamelt en deelt, helpen ze om de WHO consequent te verbinden aan de WHY. Maar als je alleen de positieve verhalen wil horen om je communicatiekanon mee te laden, mis je een kans. Ook de tegenverhalen kunnen patronen blootleggen waar je van kan leren. Patronen die inzicht geven in het systeem als geheel en hun vinger leggen op al die plekken waar het beter, slimmer of pragmatischer kan. Het ‘enige’ wat je hoeft te doen is het systematisch en gestructureerd verzamelen, delen en analyseren van die verhalen, zodat je er vervolgens de juiste acties en interventies aan kunt koppelen.

Ik zet enige bewust tussen ‘…’ in de vorige zin, want dat is een klus die je niet zomaar even klaart. Ik gun juist de grotere organisaties en systemen zoals subsidieprogramma’s de Tender Loving Care die het luisteren naar en delen van verhalen kan opleveren. Ik vergeef mezelf maar mijn eigen hoogmoedigheid toen ik vooraf dacht dat ik die boodschap in een uurtje tijd wel even zou overbrengen op 45 mensen met totaal verschillende achtergronden. Je moet ergens beginnen toch? En de geruststellende gedachte: Great stories start a fire!

Veel dank aan de mensen van het Regiebureau Plattelandsontwikkelingsprogramma die me toestemming gaven om dit blog te delen!

 

Herken je de uitdaging die ik hierboven schets in jouw organisatie?

Neem dan nu contact met ons op! 

Kijk op de website voor meer info over wie wij zijn en over wat wij doen.

Pin It on Pinterest

Share This