Op 6 februari leidt de reis ons omhoog naar Jokkmokk, waar het dit weekend Jaarmarkt is in Sami-stijl. We zijn vroeg vertrokken met ons convooi van vier 2CV`s, opnieuw in gladheid, sneeuw en ijs en prachtige luchten en uitzichten.
Onderweg hebben we een behoorlijke close encounter met opnieuw een kudde rendieren. Niet met de rendieren in kwestie overigens. Wel met de auto van een stel toeristen (Nederlanders godbetert) die bij het zien van de kudde rendieren spontaan IN de bocht hun auto hebben gestopt om fotos te maken.
We hebben ze weten te omzeilen, maar Wijnand en ik hebben nog lang zitten filosoferen over hoe het toch kan dat de gemiddelde toerist iedere willekeurige omgeving interpreteert als een safaripark waar je op elk moment je auto stil kan zetten om je camera te grijpen. Of het nu een haarspeldbocht in Yosemite National park is waar een beer op de kiek kan, de A6 waarlangs een kleurig bollenveld kan worden vastgelegd of de E45 in Noord-Zweden… Het maakt niet uit. Slinger die auto aan de kant en lever je over aan de voorzienigheid om je te behoeden voor iedere mogelijke achterligger.
`s Middags maken we een onverwacht briljante tussenstop bij een tankstation alias souvenir shop alias lokaal rariteitenkabinet alias lunchcafe. Zo eentje waar voor de deur een rij van 35 brievenbussen hangt. Voor elk huis in het dorp een. Handig bij elkaar op een plek. Binnen staat op kartonnen bordjes een paar gerechten aangeprezen. Ik kies een omelet, maar een paar tafelgenoten gaat voor zee optie:
Google het maar eens. Lukt niet. Pytt wel, maar Kabban-met-rondje-op-de-a laat zich dus niet googlen. Het bestaat nog! Het gerecht blijkt een roerbak van in kleine blokjes gehakt vlees in minstens 5 soorten. Inclusief rendier. Want hoe noordelijker we komen, hoe meer rendier rondloopt, in eten verwerkt zit of aan de muur hangt. En lekker joh. Mijn ommelet mag er ook zijn, maar is in vergelijking toch wat voorspelbaar.
Tegen een uur of vijf passeren we een legendarische mijlpaal: De poolcirkel. Die had ik, oningelezen als ik ben, (nog) niet zien aankomen. Ik moet een paar keer slikken, want hoe bijzonder is het om met dat speelgoedautootje van ons daar zomaar overheen te crossen.
Uiteindelijk finishen we op het langverwachte startpunt: Arctic Camp in Jokkmokk, waar de hele groep Eenden zich heeft verzameld voor 2 dagen samen zijn. Hier sluit de groep die de Extreme raid heeft gereden hun reis af en hier start onze groep de Classic raid.
Onze slaapplek is een tipi maatje 25 persoons, met een houtkachel in het midden. Onder onze matjes 3 rendiervellen (ah ja, je kan er dus ook nog op slapen). En wij hebben zelf dubbele slaapzakken en 3 dekens bij ons. Ik kies een plek voor ons rendiernest vlak naast de ingang. Een gok, want met -18 `s nachts is een tentdoek met een rits die regelmatig open en dicht moet voor iemands toiletbezoek best weinig garantie op een behaaglijke nacht en/of onderkoeling. Ik schrijf dit een paar dagen later, dus mijn vingers zitten er nog aan, maar in een volgend blog meer over Jokkmokk en de kunst van het ijsk(r)amperen.