Selecteer een pagina

Na Jokkmokk zijn we al weer een paar dagen onderweg door sneeuw en ijs. Hoe noordelijker we komen, hoe dikker het pak sneeuw en hoe slechter de wegen. Na honderden kilometers vergelijkbare omgeving met heel veel naaldbomen langs de weg, is uiteindelijk de begroeiing lager aan het worden. Als ik dit schrijf is het inmiddels al maandag en kijk ik terug op 3 dagen indruk na indruk. In dit blog dus een verzameling remarkable moments.

Lemmings

Om te beginnen een ijzingwekkende indruk van het soort `om vooral niet meer te herhalen` We rijden iedere dag met ons clubje van 4 autos in vaste slagorde. Jesper en Wendy de gele Aca voorop, wij of DJ en Clair daar achter en Pieter en Louise als laatste. Heerlijk veilig, zeker ook met onze radios, waarover tegenliggers, inhalers, scherpe bochten, rendieren en ander onverwachts wordt doorgegeven. Zonder zouden wij niet meer willen hier. Maar met levert ook een gevaar op. Je hebt de neiging als een soort lemming achter je voorgangers aan te rijden, in de veronderstelling dat zij alles hebben gezien wat er te zien valt. Wordt er niet geremd, dan is er niks. En zo kan het dus gebeuren dat als de voorste auto het stopbord niet ziet en de tweede auto ook niet, de derde auto blind volgt en een volledig onder de sneeuw verstopt kruispunt over schiet waar van rechts een Volvo aan komt scheuren. Hij heeft ons god zij gedankt wel gezien, maar anders had hij bij mij in de zijdeur aan de passagierskant gezeten en had ik dit niet zitten schrijven. Want ik hoef denk ik niet uit te leggen hoe weinig weerstand een eend een moderne auto op ramkoers zal geven. De les: Altijd zelf na blijven denken.

Sneeuw signeren

Over dit fenomeen heb ik het met enige regelmaat met de dames uit ons gezelschap over de radio. Dan zijn de auto’s aan de kant gezet, zijn de mannen uitgestapt en zien en becommentariëren wij dit:

Binnenkort -als ik voldoende moed heb verzameld- ga ik ernaast staan. Plastuit in de hand een stoïcijns vooruit kijkend, terwijl ook ik de sneeuw signeer. Ik ben alleen nog aan het prakkiseren over een werkbare manier om mijn naam te kunnen schrijven inclusief streepjes.

Roadkill

Afgelopen dagen zien we steeds meer roadkill. De wegen worden witter, het aantal auto’s en vrachtwagens dat de G-krachten op het ijs niet onder controle hebben kunnen houden talrijker. In berm hebben we denk ik al 3 autowrakken op de kop zien liggen. Twee van de drie met een dikke laag sneeuw op de buik, zodat je zeker weet dat die al een tijdje zo ligt. Een zonder, waarover DJ terecht een tijdje later vroeg of dat dat dan misschien niet erom vraagt om even te gaan kijken of er niemand meer in zit… Want weet je veel hoe kort geleden… De autolijken langs de weg houden ons  allert, in ieder geval.

Natuurlijk zien we ook letterlijke roadkill. Vooral rendieren. Niet super veel gelukkig, maar ik heb wel de beelden op mijn netvlies van een paar poten die in rigor mortis omhoog steken uit de berm en een volledig onthoofd rendier langs de kant. Een zwerm zwarte raven aan de andere kant van de weg doet vermoeden waar de kop geland is…. Tot nu toe heeft niemand in de groep zelf een dier op de motorkap gehad en dat hopen we zo te houden. Wel hebben we met een hele colonne eenden in file achter een groep van acht rendieren aan gereden. Ze namen letterlijk de weg van de minste weerstand (want verder overal een halve meter sneeuw) door voor onze auto’s uit te blijven rennen over de weg. Ze vertikten het om de berm in te springen en tikten op een gegeven moment tot zeker 35 km p/u aan volgens de teller.

Sneeuwhellingproefjes

Op meerdere momenten de afgelopen dagen hebben we een pittige collectieve uitdaging gehad bij het bergop krijgen van onze auto’s. Afgelopen zaterdagavond arriveerden we in het donker in Camp Aurora, althans dat probeerden we. Onze kopganger Jesper plantte halverwege de bergweg naar beneden het dal in zijn eens sierlijk in de sneeuw aan de zijkant van de weg, waarna wij weer vrolijk onze scheppen pakten en hem uitgroeven.

De volgende ochtend de berg weer op bleek de helling voor de meeste 2CVtjes ook een flinke uitdaging. We strandden halverwege toen we in de verte een file van achterlichten op de helling tegenover ons zagen. De voorste auto had zich vakkundig met de voorwielen in het harde sneeuwwegdek gegraven en kwam zelfs met sneeuwkettingen geen millimeter verder.  Maar geen nood met die LEGO-autootjes van ons. Met genoeg man- en vrouwkracht om de kont een flinke zet te geven, krijg je al die auto’s uiteindelijk gewoon boven aan de berg. Onze vier auto’s zelfs zonder sneeuwkettingen, want de bestuurders waren gewaarschuwde mensen en besloten voor de aloude truc van de lange en harde aanloop te gaan. Werkt altijd.

Althans… Dat werkte niet op het moment dat ik voor het eerst vrij onverwacht werd geconfronteerd met een helling van formaat toen ik zelf na een tijdje weer eens reed. We hadden al een paar uur gereden, toen plots de richtingaanwijzers naar links aan floepten en we de straat naar de te bezoeken zilversmederij in sloegen. Bam. Helling voor mijn neus. Ik twijfel niet lang, schakel terug, ram het gaspedaal tegen de bodem en bestijg de helling. Ik wijk uit naar uiterst links op de weg, om een voorgaande eend die is gestrand achter me te kunnen laten, ik schakel nog verder terug en voel de banden steeds ijveriger slippen. Ik probeer tot het uiterste de steeds -laten we het urgenter noemen- wordende toon van Wijnand te negeren om rustig te blijven. Helaas, uiteindelijk heb ik de auto weer naar beneden moeten laten zakken, heeft Wijnand het stuur overgenomen, gebeurde hem (lekker) precies hetzelfde en hebben vele handen ons weer omhoog geduwd. Een jammer moment was dat. Heel jammer.

Besneeuwde details en uitzichten

Op zondagochtend werden we wakker op misschien wel de mooiste plek tot op dat moment. In Aurora Camp, waar ik hierboven ook al even over schreef, maar nu bij daglicht. Holy moly wat een bizarre wereld van wit, grijs en zwart. We bleken aan de rand van een gigantisch, stijf bevroren meer te wonen voor een nachtje. Voor de details en vergezichten kan ik proberen de juiste woorden te vinden, maar ik denk dat deze plaatjes het beter vertellen:

Tof detail, hoewel gemaakt voor toeristen, is het iglo-dorpje dat aan de rand van het meer in de sneeuw is geboetseerd. Zeker 12 iglo’s met huiden erin om op te kunnen slapen (a 200 euro de nacht), huiden voor de deur om de schaarse warmte binnen te houden en fakkeltjes naast de ingang. En oh ja, een troon voor de Sneeuwkoningin.

 

Met voor de oplettende en trouwe lezer: Twee Aurora hutten op de achtergrond. Vast gekocht op de jaarmarkt in Jokkkmokk.

Tot zo ver mijn compilatie ijzingwekkende indrukken van de afgelopen drie dagen. Er is nog veel meer gebeurd en te vertellen, maar ergens zit een grens aan hoe veel schrijfwerkjes ik hier kan en wil doen. Het is op het moment van publiceren 18:10 en ik zit op mijn kamer in Honnigsvag. Over minder dan 20 minuten stappen we in de eend om aan te sluiten bij het convooi waarmee we naar het allerverste puntje van onze reis zullen rijden: De Noordkaap. Ik vind het best spannen, want het is donker, het regent (…) en dus is alles glad. Het kan ook zomaar nog zijn dat er geen groen licht voor die rit komt vandaag of morgen en dan zijn we op dit moment feitelijk op dat verste punt. Maar eerst maar eens vanavond. Op Facebook zal ik een filmpje delen waar in time warp de hele rit into the great wide open van vandaag staat in een noodvaart. We hebben ruim 200 km niemandsland doorkruist naar Honnigsvag vandaag. En allemachtig wat was het weer indrukwekkend.

 

 

 

 

 

 

Pin It on Pinterest

Share This